Fijn wonen wil iedereen. Maar hoe krijg je dat voor elkaar? Woonbladen aanschaffen, meubels kopen en nog meer meubels kopen totdat je je droomhuis hebt?

Door Ray Simoen.

Wonen doen we allemaal. Maar fijn wonen niet. Het lijkt zo gemakkelijk en het wordt zo aantrekkelijk gemaakt. Libelle, Margriet, Elle Wonen, Schöner wohnen en tal van andere glimmende glossybladen besteden wekelijks pagina's vol tips, metamorfoses, koopjes en hebbedingetjes aan het grote woongenot. Op tv trekken wekelijks binnenhuisarchitecten, interieurverzorgers en handymen aan het oog van de naar woonplezier hunkerende kijker voorbij, om uit te leggen wat de trend van het moment of de noviteit van moderniteit is of gaat worden. En doe-het-zelf zaken en klusmagazijnen laten hun blijde boodschap over nieuwe klopboren en zelfbouwpakketten voor een nieuwe droomkamer met de regelmaat van de klok op de deurmat vallen.

De consument met een prangende woonvraag overal terecht, maar raakt zo langzamerhand hoorndol en verblind door alles wat het ultieme woonplezier belooft.

"Mensen krijgen inderdaad een ontstellende hoeveelheid wooninformatie aangeboden. Het positieve is dat je attent wordt gemaakt op nieuwe tendensen en produkten. Het problematische is dat mensen een tv-programma of een blad zien en denken dat je je huis zo moet inrichten als het daar in beeld wordt gebracht. Je ziet dan helaas dat vaak nogal impulsief en verkeerd ingekocht wordt", zegt Karin van Dongen - Vrakking. Zij is binnenhuisarchitecte en woonconsulente. Sinds negen jaar heeft ze haar eigen bedrijf Inspiration House "om mensen te helpen hun woonwensen te vertalen in de juiste woon-vormen en inrichting". Ze werkt vanuit een villa in Echt (Limburg) die op zijn beurt inspirerend werkt op haar. "Ons huis is nog ontworpen door de bekende Sittardse architect Jos Wielders . Het is van 1936 en heeft alle stijlkenmerken van de nieuwe zakelijkheid."

Het antwoord is dan even simpel als veelzeggend. Meten is weten. "Het blijkt dat mensen de omvang van hun meubelen erg slecht kunnen inschatten. Dus meet eerst je kamer en je meubelen op of neem een tekening van je huis mee als je meubelen gaat kopen. Dan voorkom je veel ellende".

Verder ontbreekt het bij velen aan vertrouwen in wat ze gekocht hebben zodat de drang blijft om steeds weer te veranderen. Het gevolg van die onrust om maar geen trend te missen is dat nogal wat huizen er als bazaars uitzien. "Mensen kopen spullen en naarmate ze ouder worden komt er steeds meer bij. Eigenlijk zou je om de twee à drie jaar je huis moeten doorlichten en jezelf afvragen wat er nog bij je past. Fijn wonen is ook de kunst van het weglaten en goed weten wat je fijn en noodzakelijk vindt in je interieur."

Haar eigen interieur illustreert dat. Harmonie en symmetrie heersen er op een rustgevende en smaakvolle manier, die geen moment verveelt omdat er steeds subtiele relaties worden gelegd tussen kleuren, plaats en vormen van meubels, decoraties en accessoires.

Karin van Dongen vindt dan ook dat mensen meer rust zouden moeten tonen bij de aanschaf van meubelen. "Koop iets wat bij je keuze aansluit en blijf trouw aan die keuze. En ga dan verder bouwen als je tenminste harmonie in je huis wilt". Een goede basiskleur voor je interieur is een prima uitgangspunt, benadrukt ze. "Met een goede basiskleur kun je tegelijk heel erg vernieuwend en trendy zijn. Goede basiskleuren zijn die kleuren waarmee je goed kunt combineren, zoals grijs, wit of een roomkleur. Een stoel met een goede basisvorm kun je een bekleding geven, die hem hetzij klassiek hetzij modern maakt. Een fraai interieur kan heel goed een mix van modern en antiek zijn". Een rood geschilderde wand kan dan wel trendy zijn maar is volgens de binnenhuisarchitecte "wel erg vermoeiend om een hele dag tegen zo'n wand aan te moeten kijken." Met andere woorden: een interieurconsulent moet naar haar overtuiging ook uitleggen wat mensen niet moeten kiezen en in hun huis zetten. "Je moet niet zeggen: doe dit niet, maar je moet uitleggen waarom iets niet past of beter weggelaten kan worden. Het komt er vooral op aan om de onuitgesproken, latente woonwensen van mensen op te sporen en samen met hen te vertalen naar hoe ze het gedacht hadden". En het zijn niet de ingrijpende verbouwingen die de fraaiste resultaten opleveren, meent ze.

Zelf werkt ze graag met spiegels en glas: Moderne huizen zijn niet zo groot. Als je ze goed plaatst kun je met spiegels veel extra ruimte scheppen en maak je een interieur transparanter. Ook glas geeft een ruimtevergrotend effect".

Dat zou zeker Limburgse interieurs goed doen. Want Limburg houdt van veel hout en grote tafels in de kamer en van veel stoelen in de zithoek om gezellig bij elkaar te kunnen zitten. Een advies van een woonconsulente kan volgens haar helpen tal van Limburgse interieurs ruimer en lichter te maken. Allicht, welke consulent zou dat niet zeggen? "Er is nog steeds een drempel om een interieuradvies te vragen. Mensen vinden het te duur of menen dat ze het zelf wel weten met alle verzamelde informatie". Maar vergeten wordt, zo benadrukt ze, dat een interieuradviseur ook veel geld oplevert omdat deze over kennis van nieuwe produkten en trends beschikt, die een 'leek' niet heeft. "Met zijn of haar creativiteit vindt de adviseur eerder geldbesparende oplossingen. En je wordt behoed voor te impulsieve aankopen. Want het kleurtje op de staal in de meubelzaak kleurt heel anders dan wanneer een bankje met die kleur in je kamer staat. Een bankje met een kleur die je tegenstaat, doet erg pijn aan je zitvlak en beurs".

Informatie: Karin van Dongen - Vrakking, tel. 0475-486751, www.inspirationhouse.nl.

Heeft u naar aanleiding van dit interview nog vragen of wilt u zelf interieuradvies? Neem dan vrijblijvend contact met mij op.